Steeds vaker wordt de potentiële combinatie tussen windenergie en bos(ontwikkeling) als kans gezien voor het combineren van ruimtelijke opgaven. De combinatie heeft betekenis voor de ervaring van windturbines. Het vermindert het contrast tussen open landschap en de hoge windturbines. Het ‘bos’ vormt als het ware een kraag rondom windmolens. Anderzijds zijn er naast de belevingsaspecten ook mooie meekoppelkansen: gezonde bossen binden CO2 en vangen fijnstof af, helpen de soortendiversiteit te versterken, houden water vast en zijn goed voor het leefklimaat. Logisch dus dat meerdere regio’s in Nederland op zoek zijn naar het tegelijk realiseren van windmolens en ontwikkelen van bos. De Provincie Overijssel en de gemeenten Ommen en Hardenberg vroegen Rho Adviseurs te onderzoeken wat er komt kijken bij het realiseren van een windbos. Hierbij hebben wij uiteraard ook goed gekeken naar het enige bestaande windbos in Nederland.
Robbenoordbos
Na bijna tien jaar overleg en planvorming, werd in 2016 de klap gegeven op de plannen ter realisatie van het Windpark Wieringermeer. De 99 windmolens mochten gebouwd worden. Vier daarvan verrijzen tussen de bomen van het 60 jaar oude Robbenoordbos. Een combinatie die nog niet zolang geleden ondenkbaar was.
Het 60 jaar oude Robbenoordbos als locatie voor windmolens is opvallend.
Behalve de ligging in een bosrijke omgeving, is dit gebied ook onderdeel van door Defensie aangewezen laagvlieggebied. Daarnaast grenst het direct aan een stiltegebied én staan de turbines in het Natuur Netwerk Nederland (NNN).
Uit het MER blijkt dat de natuur in en rondom het Robbenoordbos erg kwetsbaar is en gevoelig voor windturbines. In het bos verblijven immers foeragerende vogels en het bos wordt gebruikt door vele trekvogels en (trekkende) vleermuizen.
Toch bewijst de realisatie van de vier windmolens in het Robbenoordbos, als onderdeel van het Windpark Wieringermeer, dat al deze locatie-eigenschappen niet automatisch betekenen dat er geen energie opgewekt kan worden in een zogenaamd windbos.
De vraag is hoe ideaal of kansrijk de combinatie kan zijn voor andere plekken in Nederland.
Verantwoorde inpassing
Tijdens de ontwerpfase zijn drie varianten van het windpark Wieringermeer ontwikkeld.
De variant Boogspant is als voorkeursvariant gekozen en gerealiseerd. Hoewel deze variant op het aspect ‘ecologie’ een licht negatieve score opleverde, scoorden de andere twee varianten op dit aspect nog slechter.
Tegelijkertijd bood deze variant, in tegenstelling tot de andere twee, ruimte om de negatieve effecten te compenseren door de aanleg van nieuwe natuur.
Ook aan de bestaande natuur in en rondom het bos is gedacht. De windmolens in het Robbenoordbos zijn voorzien van detectiesystemen waarmee de windmolens tijdelijk stil gezet kunnen worden bij hoge activiteiten van vleermuizen of trekvogels.
Uit het MER dat aan dit inpassingsplan ten grondslag heeft gelegen, bleek bovendien dat geen reële alternatieven binnen de provincie Noord-Holland voor handen waren om het Windpark Wieringermeer te kunnen realiseren. Met een verantwoorde inpassing blijkt dat er toch veel mogelijk is.
Smal pad in bestaand bos
In het onderzoek dat Rho Adviseurs deed voor de Provincie Overijssel en een aantal gemeenten komt een duidelijke lijn naar voren. Het pad naar het realiseren van windturbines in bestaand bos is smal en onzeker. Windturbines (en de bouw ervan) zullen snel ten koste gaan van bestaande natuurwaarden. Het plaatsen van windturbines in bestaande natuurgebieden wordt lastig, omdat er aangetoond moet worden dat er geen alternatieven zijn voor het realiseren van windturbines. Als er een revitaliseringsopgave ligt, dan zijn de mogelijkheden groter. Met het plaatsen van een windturbine kan het geld dat vrijkomt gestoken worden in natuurcompensatie / uitbreiding van natuurgebieden. Altijd blijft het onderzoek naar beschermde soorten maatgevend voor de kansrijkheid van windturbines in bestaand bos.
De toekomst
Met het opwekken van duurzame energie is een groot maatschappelijk belang gemoeid. De ruimte in Nederland is schaars. Dubbelruimtegebruik is om die reden steeds meer noodzakelijk. De toekomstige mogelijkheden voor de dubbelfunctie windbos zijn vooral groot bij het realiseren van nieuw bos. Nieuw bos betekent nieuwe natuurwaarden, én de directe winst zit ook in recreatieve waarde, stikstofreductie en opname van CO2. Daarnaast blijft het bos veel langer bestaan dan de exploitatieperiode (25 jaar) van de windturbines. Dit levert een toekomstbestendig eindbeeld voor bosontwikkeling en natuurwaarden op.
Landschappelijk kan bos helpen bij het creëren van een zekere afstand in de beleving van omwonenden. De uitdaging zit natuurlijk vooral in gebiedseigen oplossingen passend bij het landschap, de beleving en het gebruik. Het ene gebied is geschikter voor het situeren van windturbines en voor aanplant van bos dan het andere. Per landschapstype zijn verschillende windturbine opstellingen en typen bos denkbaar. Ook een passende schaal van de mogelijke, toekomstige bossen wisselt per gebied.